voorstellen coach foto

Een nieuw hoofd.

Hoe leuk dat ik deze column (ooit geschreven voor een tijdschrift) weer tegenkwam. Net nu ik nieuwe foto’s heb laten maken door ‘de fotograaf van het feestje’, waar ik inmiddels zeven jaar gelukkig mee ben! Dus… uit de oude doos… 🙂

Een nieuw hoofd.

Vanaf dit nummer gaan mijn columns vergezeld van een ander hoofd! Nou ja, het is nog wel mijn hoofd, maar zeg, in een andere (lees: leukere, vlottere, minder streng kijkende) uitvoering. Althans, dat is het plan. Niet dat ik er nu helemaal zo beroerd opsta, maar iedere keer als ik ergens mijn hoofd voorbij zie komen duurt het even eer ik het herken. Nu heb ik even gedacht dat het aan het tijdstip van fotograferen lag; negen uur in de ochtend #NoGo of aan het feit dat we in de rommelige woonkamer van de fotograaf bezig waren en ze lichte haast had. Maar intussen ben ik er achter dat het gewoon aan mij ligt. Niets aan te doen. Ik ben niet fotogeniek. En heus, mazzel dat er überhaupt een foto tussen zat die ik durfde te gebruiken.

Of ik dat ook gedurfd had nadat een aantal mensen mij, héél héél voorzichtig te kennen gaven mij in het echt toch heus te prefereren, betwijfel ik.

Afijn, en toen kwam ik op een feestje een fotograaf tegen. Lichtelijk van slag door de combinatie van alcohol en zoveel charme naast me, floepte ik er al snel mijn fotofrustratie uit. Inclusief mijn biecht dat ik absoluut niet fotogeniek ben en bevries zodra er een camera te bespeuren valt. Had ik nog even gedacht dat dit hem van het plan zou afhouden mij te willen fotograferen, niets daarvan! Het wakkerde zijn enthousiasme alleen maar aan. En nu moet ik er dus aan geloven… nieuwe foto’s. Want ja, zo leert een ijzeren marketingwet, een beetje zichzelf respecterende zzp-er heeft een professionele foto en niet zo’n waardeloos vakantiekiekje, waar ik overigens altijd zo heerlijk ontspannen opsta, maar dat terzijde.

Na het vluchtige feestjescontact volgde een serieuze kennismaking en hoe doe je dat beter dan met een lunch op een zonnig terras. Ik weet niet meer of het nog voor of na de lunch was, maar ergens kwamen er vragen en opmerkingen. “Je gezicht is nu ontspannener, je mimiek is anders, vond je het spannend toen ik kwam?” Lange stilte…. uh, pfff… help, iemand die mijn gezicht ‘leest’ en dus mijzelf. Hoe naakt en onbeschermd voelt dat! Ik stamel iets in de richting van ‘nee’ en ‘dat het wel meevalt’.

Heb ik toch werkelijk enige tijd in de veronderstelling geleefd dat er geen mand is om door te vallen, gebeurt het me toch weer!

Maar er is ook een verschil. Ik begin steeds meer te zien hoe ik zelf iedere keer mijn eigen mand creëer. En hoe ik daar vervolgens met alle geweld niet door wil vallen. En ik moet denken aan de prachtige woorden van Zenleraar Ton Lathouwers:

Als ik de dingen maar kan bepalen –  wat letterlijk betekent: er palen omheen zetten, dus begrenzen – lijk ik mijn wereld keurig voor elkaar te hebben. Het lijkt zo eenvoudig: dit is het wel, maar dat is het niet; dit is goed en dat is slecht; dit wil ik en dat hoef ik helemaal niet. Maar voor je het goed en wel beseft, zijn er muren opgetrokken, is de bewaker zijn eigen gevangene geworden.“  

Zolang ik niet door mijn zelf gecreëerde mand val waan ik mij veilig. Maar voor wie of wat eigenlijk? Ik realiseer me dat het hele idee van wel of niet fotogeniek zijn, uiteindelijk ook zo’n mand is. Ik laat het varen, ga zitten tussen de lampen…. en ontspan.